|
Charleroi krijgt kleur |
Zondag ochtend zat ik in de trein, op weg naar de lelijkste stad ter wereld teminste dat werd mij verteld.
Charleroi had mij nieuwsgierig gemaakt en ik wou deze stad ontdekken.
Half 2 kwam ik aan met de trein tussen de industrie op een fatsoenlijk treinstation. Oke de gebouwen waren wat rommelig en eentonig maar om nou te zeggen dat het lelijk was nee.
En er was genoeg te doen op deze zondag. Een heuse zondagmarkt en een fanfare vrolijkte het straatbeeld op. De vervallen industrie was op zich pure kunst. Het is wel triest om te zien dat deze sterke economische factor voor deze stad zo hard achteruit gegaan is.
Het was tijd om mijn koers richting
Namen te zetten. Langs de
Sambre kronkelde ik af naar
Namur oftewel Namen. Daar stond mij de Citadel van Namen te wachten een heuse beklimming waar eerder de Tour de France was gepasseerd.
De klok tikte door, want voor zonsondergang moest ik nog s
t Geertruid in
Limburg zien te
bereiken. De bepakking aan mijn fiets werkte niet mee en het gewicht remde dan ook lekker af.
Je moet het jezelf tenslotte niet te licht maken als aan het trainen bent toch.
Een aantal kilometers later bereikte ik
Luik een stad die mij wel bevalt. Dit is een stad met een combinatie van mooie en ruige kanten wat zich samen vormt tot een eigentijds karakter.
Via de vervallen mijn
Hasard Cheratte bereikte ik via
Vise de Nederlands Limburgse grens. In
st Geertruid plaatste ik mijn tent op camping Bosrand voor een goede nachtrust.